Het Kromme Rijn College, een school voor speciaal onderwijs waar Passend Onderwijs dagelijks centraal staat voor iedere leerling.
3.1 De organisatie
Ons schoolteam bestaat uit bekwame docenten, leraar ondersteuners, onderwijsassistenten, gedragswetenschappers, onderwijs ondersteunend personeel, locatie verantwoordelijke en directie. Alle lesgevende docenten beschikken over een onderwijsbevoegdheid of zijn hiertoe in de eindfase van hun opleiding. Een aantal medewerkers heeft extra taken als teamcoach, anti-pestcoördinator, vertrouwenspersoon, didacticus, ICT-er, decaan of stagebegeleider. Ook heeft het schoolteam eigen opgeleide bedrijfshulpverleners.
De locaties
- Het KRC kent zeven verschillende teams, verdeelt over 3 locaties. Kranenburgerweg: Onderbouw, middenbouw, bovenbouw, plusbouw en AT-bouw (arbeidstoeleiding). Mesdaglaan: KRC360. Ramsesdreef: i-LaB! Binnen de bouwen/teams worden leerlingen op basis van leerling kenmerken, niveau en leerjaar over de verschillende klassen verdeeld.
Mentoren
Iedere leerling heeft een mentor. De mentor is het vaste aanspreekpunt voor de leerling en de ouder(s)/verzorger(s). Hij ondersteunt de dagelijkse gang van de leerling binnen de school, is op de hoogte van de schoolresultaten, verantwoordelijk voor de voortgang hiervan en heeft een signalerende functie.
Commissie van Begeleiding (CvB)
Op onze school is een Commissie voor de Begeleiding (CvB) werkzaam. Deze bestaat uit de schooldirecteur, gedragswetenschappers en een didacticus. De CvB is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg op school (zicht op ontwikkeling) en voor het bieden van antwoorden op hulpvragen door het onderwijsteam over leerling en docentgedrag.
3.2 Onze manier van werken
Aan elk(e) team/bouw is een gedragswetenschapper verbonden en elke klas heeft een eigen mentor. Daarnaast krijgen leerlingen les van diverse vakdocenten. Om het gedrag te beïnvloeden gebruiken docenten en mentoren verschillende instrumenten die specifiek op het Kromme Rijn College van toepassing zijn. Hierbij kunt u denken aan de reactieprocedure, het werken aan de leerlinggebonden doelen, een herstelgesprek en posters met gedragsverwachtingen. Deze worden in alle klassen ingezet om leerlingen te helpen een positieve (werk)houding te laten zien.
Individueel (OPP)
Voor elke leerling wordt 6 weken na de start op onze school door de mentor en gedragswetenschapper op basis van de aanwezige informatie een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld. In dit plan is opgenomen wat de uitstroomverwachting is, was de leerling specifiek nodig heeft om dit te bereiken en aan welke doelen de komende periode gewerkt zal worden. Het OPP wordt met ouder(s)/verzorger(s), de leerling en mentor besproken en vastgesteld. Gedurende het schooljaar stelt de mentor het OPP regelmatig bij. Eventuele wijzigingen worden besproken tijdens het voortgangsgesprek.
In het OPP staan ook leerlinggebonden korte termijn doelen, die in relatie staan met de lange termijn doelen. Van de korte termijn doelen, wordt een doel gekozen om in de klas op te hangen (elk lesuur meetbaar). Elke leerling heeft een specifiek doel waar hij of zij elk lesuur in de klas aan werkt. Dit doel wordt genoteerd op een poster in de klas. Na afloop van elke les worden deze doelen geëvalueerd en wordt gekeken wat de leerling nodig heeft om zijn doel de volgende les (weer) te behalen. Leerlingen kunnen hiervoor een beloning verdienen.
3.3 Professionalisering
Het onderwijs aan onze leerlingen vraagt veel deskundigheid van ons team. Daarom maken wij jaarlijks een scholingsplan en houden wij studiedagen om te werken aan onze eigen kennis en vaardigheden. Op studiedagen hebben de leerlingen geen les. De studiedagen zijn opgenomen in de jaarplanning en die is te raadplegen op de website van onze school (www.krommerijncollege.nl).
3.4 Medisch handelen
Het kan voorkomen dat een leerling (extra) medische zorg nodig heeft. Als een leerling ziek wordt op school is het uitgangspunt dat hij of zij dan naar huis moet. Dit gebeurt uiteraard pas na overleg met ouder(s)/verzorger(s). Ook wanneer het verstrekken van medicatie nodig is zal dat alleen in overleg met ouder(s)/verzorger(s) (of in geval van spoed en bij afwezigheid van ouder(s)/verzorger(s) in overleg met de huisarts en/of ambulancedienst) gebeuren. Dit geldt ook voor de verstrekking van pijnstillers zoals bijvoorbeeld paracetamol. Heeft uw kind/pupil regelmatig medicatie nodig, overleg dit dan met de mentor.
Wanneer een leerling medicatie moet gebruiken op school leggen wij dit samen met ouder(s)/verzorger(s) vast in een medisch paspoort, zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan over wat wel of niet nodig is. Medewerkers van school mogen medicatie uitsluitend uitwendig en oraal toedienen, maar ouder(s)/verzorger(s) blijven verantwoordelijk voor de aanwezigheid en opgave van dosering van medicijnen.
Wanneer een leerling andere medische zorg nodig heeft zoals injecties, bloedafname of het op een andere manier dan oraal toedienen van medicatie, dan kunnen en mogen wij deze zorg als school niet bieden. Uiteraard verlenen wij in dat geval wel onze medewerking om dit zelf of door de door u aangewezen personen te komen (of laten) doen.
3.5 Samenwerking met externen
Het is belangrijk dat de school, ouder(s)/verzorger(s) en de leerling goed samenwerken. Op het Kromme Rijn College werken deskundige medewerkers die samen met de leerling en ouder(s)/verzorger(s) kijken wat de beste aanpak voor hen is. Als een leerling andere ondersteuning nodig heeft dan wij kunnen bieden dan krijgen de leerling en zijn ouder(s)/verzorger(s) gericht advies voor verdere hulpverlening buiten de school.
Om het onderwijs goed af te stemmen op wat de leerling nodig heeft werken wij binnen de school samen met de begeleider passend onderwijs van het SWV Sterk VO, gezinswerkers, leerplicht en de jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Het Kromme Rijn College maakt onderdeel uit van meerdere samenwerkingsverbanden, dit komt omdat leerlingen uit verschillende regio’s komen. De drie grootste zijn SWV Sterk VO (Utrecht en Vechtstreek), SWV Utrecht-Zuid en SWV RUW (Regio Utrecht West). Wij werken ook waar nodig samen met de andere samenwerkingsverbanden uit de regio. Andere externe partijen waar we waar zo nodig mee samen werken zijn o.a. KOOS, SPOOR030, de verslavingszorg, de wijkagent, Samen Veilig Midden Nederland en andere hulpverleningsinstanties. Wanneer het contact met een van deze instanties gaat over een specifieke leerling dan zijn leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) hier altijd van op de hoogte en hebben zij toestemming verleend.
3.6 Pestpreventie en omgangsprotocol
Het Kromme Rijn College accepteert pesten in en rondom school niet. Wij zetten ons in om een pestprobleem volgens het PBS (Positive Behouvior Support) gedachtegoed met alle betrokkenen op te lossen. Wij gaan in gesprek om erachter te komen waar het gedrag vandaan komt en wat de leerling nodig heeft om zijn gedrag aan te passen. Blijft het pestgedrag toch bestaan dan kan er een schorsing volgen (intern of extern) of een verwijdering van school. Per situatie wordt bekeken welke consequentie volgt op het pestgedrag. U vindt het omgangsprotocol op onze website (http;//www.krommerijncollege.nl/protocollen ). Ons coördinator omgangsprotocol gelijk aan het anti-pestcoördinator is mevrouw Lara van Haaren, laravanhaaren@krommerijncollege.nl.
3.7 Klachtenregeling
Wanneer leerlingen of ouder(s)/verzorger(s) ontevreden zijn of klachten hebben, is het belangrijk dat de klacht zo snel mogelijk met de school wordt besproken. Liefst met degene over wie de klacht over gaat. De meeste klachten kunnen gelukkig in een goed gesprek opgelost worden. Is dit niet het geval, dan biedt de school de mogelijkheid een officiële klacht in te dienen bij de schoolleiding, die deze vervolgens op zal pakken. Ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen kunnen hierbij een beroep doen op ondersteuning van de interne contactpersonen mevrouw Marijke Clemens marijkeclemens@krommerijncollege.nl van het Kromme Rijn College. In het geval van klachten of problemen kunnen de interne contactpersonen de leerling doorverwijzen naar de juiste hulpverleners binnen of buiten de school. Ook kan de leerling bij de interne contactpersoon terecht voor het maken van een melding betreffende seksuele intimidatie, misbruik, ernstig fysiek of geestelijk geweld.
De schoolleiding en de interne contactpersoon zullen een klacht zorgvuldig behandelen. Wanneer een klacht niet naar tevredenheid van de ouder/verzorgers of leerling door de schoolleiding wordt behandeld, dan kan de klager schriftelijk zijn klacht indienen bij het bestuur. Voor de klachtenregeling verwijzen wij u naar de website van SPO Utrecht voor de klachtenregeling van ons bestuur, www.spoutrecht.nl/wp-content/uploads/2019/07/klachtenregeling-spo-utrecht-2017.pdf
Het schoolbestuur heeft externe vertrouwenspersonen voor ouder(s)/verzorger(s) en personeel is mevrouw Barbel Roeleveld en Joost van Dijck. Zij zijn rechtstreeks bereikbaar per mail via barbel@cvp-plus.nl en joost@cvp-plus.nl of telefonisch 070-2600032. De vertrouwenspersoon functioneert als aanspreekpunt bij klachten en gaat onder andere na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt.
Kromme Rijn College is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie (LKC). Bij deze commissie kan de klager, indien hij vindt dat zijn klacht niet naar tevredenheid door het bevoegd gezag is behandeld, een objectief oordeel vragen. De uitspraak van de commissie heeft altijd de vorm van een advies aan het bestuur. In de meerderheid van de gevallen wordt dit advies opgevolgd. De procedure van de LKC is inzichtelijk gemaakt in beeld via een infographic.
Het adres van de landelijke klachtencommissie is:
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191
3508 AD Utrecht
3.8 Meldcode kindermishandeling
Op school zijn wij als beroepskrachten verplicht de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling te gebruiken bij vermoedens van geweld en/of verwaarlozing in huiselijke kring. De landelijk voorgeschreven stappen zijn opgenomen in ons protocol meldcode, welke te vinden is op de website van onze school (www.krommerijncollege.nl). De CvB is de aandachtsfunctionaris in dit proces.